Interproximale reductie (IPR), ook wel stripping genoemd, geeft de tanden hun oorspronkelijke vorm en maakt het meestal mogelijk de positie te corrigeren zonder dat er tanden getrokken moeten worden. Met deze odontoplastische techniek kan men ook vlekken op het tandglazuur verwijderen en dat maakt de tanden mooier.
In het geval van parodontitis en bij heel wat afwijkingen is IPR vaak noodzakelijk.
Met behulp van polijstschijven of -strips en diamantfrezen worden de laterale contactoppervlakken tussen de tanden vergroot door op die plek een dun laagje tandglazuur weg te nemen.
Eigenlijk zou u net zo goed kunnen vragen waarom orthodontie bestaat. In de meeste gevallen is een behandeling noodzakelijk omdat de kaak te klein is of de tanden te groot en te breed zijn. In de loop van de menselijke evolutie is ons kauwsysteem steeds minder op de proef gesteld omdat we verschillende manieren hebben ontwikkeld om ons voedsel makkelijker verteerbaar te maken: met vuur leren omgaan, voedsel koken en braden, voedsel vermalen en fijnmaken met maalmachines en messen. Dat heeft ertoe geleid dat de botten van het kauwstelsel een omgekeerde evolutie doorgemaakt hebben. Aangezien de tanden en in het bijzonder het tandglazuur een andere genetische code hebben (ectoderm, zoals de huid, en niet mesoderm, zoals de botten en de spieren) is de natuurlijke aanpassing nog niet optimaal gebeurd. Het tandglazuur is niet meegegaan met de nieuwe situatie en is te groot gebleven. Het verslijt dus niet meer door fysiologische abrasie,wat normaal wel gebeurde door de intrinsieke beweeglijkheid van de tanden tijdens het kauwen. De tand is dus te groot en in de kleiner geworden kaak vindt hij niet meer voldoende plaats tussen de andere tanden. De enige uitzondering zijn mensen die tandenknarsen (bruxisme), bij hen slijten de tanden te veel door niet-fysiologische abrasie.
Het tandglazuur slijt tegenwoordig dus veel minder dan het zou moeten om doorheen het leven mee te gaan met de evolutie van het gebit en de kaken. Door onze moderne eetgewoonten, met verwerkt en voorgekookt voedsel, is er veel minder natuurlijke abrasie en plaatsgebrek verhelpen door een beetje tandglazuur te verwijderen is veel verstandiger dan gezonde tanden te trekken. Het tandglazuur bijwerken is veel gezonder, zowel voor het tandvlees als voor het voorkomen van cariës. Door het probleem van over elkaar schuivende tanden op te lossen, verwijderen we ook plaatsen waar plaque, tandsteen en kleurstoffen zich makkelijk ophopen. Bovendien helpt deze techniek voorkomen dat de tanden naar hun foute positie terugkeren.
Gezonde, definitieve tanden trekken lost het probleem ook niet op, want de tanden die blijven staan, blijven te groot. Dat zorgt er doorgaans voor dat er na de behandeling in de ruimte tussen de tanden lelijke, zwarte driehoeken ontstaan en dat de tandvleespapil verdwijnt. Voedselresten nestelen zich in die ruimtes en dat begunstigt de ontwikkeling van cariës. Alleen met de IPR-techniek kan dat negatieve proces voorkomen worden. De ruimte die zo wordt gewonnen, is goud waard. Met die paar millimeter extra ruimte, die per kaak op de best mogelijke manier gewonnen wordt, kan voor zowat elk plaatsgebrek de ideale oplossing gevonden worden. De tanden staan weer mooi recht in het alveolair bot van de kaak, dat herstelt zich en hervindt zijn oude volume, en de tandvleespapil vult opnieuw de ruimtes tussen de tanden. De tandbogen waarvan het parodontium beschadigd is en die gaten en verschoven tanden bevatten, kunnen in hun oorspronkelijke positie worden teruggebracht. Ook in dit geval kan het trekken van een tand - wat anders noodzakelijk zou zijn - vermeden worden. Om een iSmile-behandeling ideaal te laten verlopen en een optimaal resultaat te verkrijgen is het heel belangrijk dat IPR wordt toegepast, te beginnen met de interproximale ruimtes die makkelijk bereikbaar zijn, zodat alleen die vooraf nauwkeurig berekende hoeveelheid tandglazuur wordt verwijderd. Tijdens de behandeling duwen de aligners tanden die over elkaar geschoven zijn stap voor stap uit elkaar. Het zorgvuldig polijsten van het intradentair tandglazuur gebeurt pas wanneer die plekken goed toegankelijk gemaakt zijn. Op die manier worden de tanden vrijgemaakt en kunnen ze niet langer in de weg staan van andere tanden of eroverheen schuiven. Zo doende kan men bij de patiënt ook een geoptimaliseerde persoonlijke ClinCheck maken. IPR-ingrepen zijn zo goed als pijnloos, verdoving is niet nodig. Het is sowieso beter om IPR te ondergaan dan onnodig gezonde tanden te moeten laten trekken.
Uit wetenschappelijk onderzoek van de Berlijnse professor Brinkmann blijkt dat tandglazuurreductie ongevaarlijk is. Hij preciseert ook hoe groot de reductie mag zijn zonder dat ze schade kan aanrichten.
IPR is vooral een must bij de orthodontische behandeling van volwassenen. De reden daarvoor is dat bij het definitieve gebit het tandvlees zich elk jaar ongeveer 0,1 tot 0,2 mm terugtrekt. Dat betekent dat bij iemand van 60 de fysiologische terugtrekking van het tandvlees en het bot 5-10 mm bedraagt. Dan is IPR nodig om de parodontale situatie van het tandvlees te consolideren of zelfs te verbeteren.
Terugtrekkend tandvlees en een vermindering van de bothoogte worden versterkt door parodontose, parodontitis, diabetes en osteoporose. Ook roken vergroot de jaarlijkse terugtrekking van tandvlees en de vermindering van de bothoogte'.
Wat als je bij een orthodontische behandeling geen IPR toepast?
Belemmering voorafgaand aan de orthodontische behandeling
Wanneer tanden over elkaar schuiven wordt er tussen de tanden en het tandvlees vaak een kleine lacune (= 'zwarte driehoek') zichtbaar. Door de intrinsieke fysiologische mobiliteit wennen de tanden doorgaans aan hun laterale contactpunten en zorgen zij voor de nodige abrasie. Wanneer de tanden zoals op deze tekening over elkaar schuiven, is er geen wederzijdse laterale abrasie.
Als er geen IPR is toegepast voordat de tanden met orthodontische technieken gecorrigeerd en netjes op een rij geplaatst worden, wordt tussen de tanden en het tandvlees een grote, vervelende 'zwarte driehoek' zichtbaar. Naast die esthetische schade is er nog een nadeel: er blijven voedselresten tussen de tanden steken en de tanden zijn moeilijker te poetsen. Ze kunnen zelfs aanleiding geven tot spraakproblemen zoals slissen.
Die lelijke, zwarte driehoeken leiden vaak tot parodontale aandoeningen. Hoe kan IPR dat voorkomen ?
Bij deze voortanden is in het rood aangeduid welke odontoplastische tandglazuurreductie nodig is om te vermijden dat er tussen de voortanden lelijke lacunes ontstaan.
Door de ongunstige vorm van de tand te verbeteren en de laterale tandwanden op dezelfde manier bij te werken, bv. met polijstschijven of diamantfrezen, kunnen we daarna de tanden op elkaar doen aansluiten en naar hun optimale positie verplaatsen zonder dat er 'zwarte driehoeken' overblijven. Het laterale contactvlak is vergroot en de tanden blijven stevig in het bot verankerd.
IPR - de manier om parodontose te voorkomen!
De tandvleespapil vult opnieuw de ruimte tussen de tanden
Wanneer de afstand tussen de papil en het botachtig weefsel, de alveolaire rand, kleiner is dan 4 mm zien we dat de tandvleespapil zich doorgaans volledig herstelt. De grotere contactoppervlakken bestendigen de resultaten van de behandeling en voorkomen zo recidief. Ontbrekende contacten of contacten die elkaar nauwelijks raken, houden de tanden minder goed op hun plaats dan gezonde contactoppervlakken.
Bovendien blijven tanden die met IPR orthodontisch gecorrigeerd zijn in het midden van de tandkas verankerd en hebben ze niet de neiging die te verlaten. Ook paradontose en de fysiologische terugtrekking van het tandvlees kunnen zo beperkt worden. En de patiënten zijn blij, want op die manier hoeven ze meestal geen permanente tanden te laten trekken.
Dit is een foto van een patiënt die zonder IPR twee jaar lang een orthodontische behandeling met vaste apparatuur heeft ondergaan (in een andere praktijk). De grote, onesthetische lacunes tussen de tanden en het tandvlees maken dat het gebit er automatisch ouder uitziet. De voortanden zijn naar voren geduwd, buiten het botweefsel dat hen ondersteunt, omdat de tanden te groot zijn.
De onderste laterale snijtand rechts (voor de patiënt, links als u naar de foto kijkt) vertoont een significante parodontale recessie (grote terugtrekking van het tandvlees). Omdat de over elkaar geschoven tanden waaiervormig gealigneerd zijn, wijzen ze naar voren en rusten ze niet langer in het midden van het botachtig weefsel.
Dat bevordert de terugtrekking van het tandvlees en kan leiden tot parodontale aandoeningen en verhoogde tandmobiliteit. Vóór de eerste orthodontische behandeling had de patiënte een correcte beet. Het verplaatsen van de tanden zonder interproximale reductie heeft een labio-inclinatie van de onderste voortanden veroorzaakt die zo ernstig is dat ze de hele tandboog betreft en dat er bij de laterale snijtanden zelfs een anterieure kruisbeet is ontstaan, m.a.w. er is een malocclusie gecreëerd.
Tijdens het praten borrelen in die lelijke, lege ruimtes speekseldruppels op en in de holtes zetten zich voedselresten vast. De ruimtes bemoeilijken de mondhygiëne.
Dezelfde patiënte na een orthodontische behandeling met Invisalign en met IPR. De vervelende zwarte driehoeken tussen de tanden en het tandvlees zijn verdwenen en daardoor zien de tanden er jonger uit.
De voortanden hebben zich opnieuw in het botachtig weefsel genesteld.
Het tandvlees is hersteld, de papillen zijn opnieuw zichtbaar en verhinderen dat er tijdens het praten tussen de tanden speekseldruppels opborrelen die de uitspraak hinderen. De iatrogene kruisbeet is eveneens ongedaan gemaakt en de voortanden staan nu in een natuurlijke beet.
Orthodontiepraktijk iSmile gebruikt de superprecieze tools van de firma swissdentalcare.
De strips van G5 ProLign zijn speciaal ontwikkeld om in het kader van orthodontische behandelingen met aligners minimaal invasieve interproximale reductie van tandglazuur mogelijk te maken. Ze kunnen heel nauwkeurig en veilig gebruikt worden. Ze zijn aan één of twee zijden voorzien van een diamanten schuurlaagje dat 0,1 mm tot maximaal 0,5 mm dik is.
SDC-G5 ProStrip zijn enkel- en dubbelzijdige diamantstrips voor nauwkeurige, efficiënte interproximale reductie van glazuur met een afzonderlijk opzetstuk voor extra flexibiliteit. Dankzij een kliksysteem kan de vijl eenvoudig en vlug bevestigd en verwijderd worden.
SDC-CombiStrips zijn extrafijne, soepele diamantstrips voor mechanische handelingen. Bij uitstek geschikt voor fijn polijstwerk van interdentaire zones, glazuur, composieten en cement. Ze zijn de ideale tool om het tandprofiel af te ronden na de interproximale reductie van het glazuur.
Met de Ti Max X55 van NSK, een traag draaiend hoekstuk met waterkoeling, kan de tandheelkundige op lage snelheid interproximale reductie realiseren zonder lawaai, zonder trillingen en zonder dat hij manueel kracht moet uitoefenen.
Na de IPR wordt het resultaat met geijkte instrumenten opgemeten.